Behalve bestuurslid van de regio Eindhoven ben ik als vrijwilliger betrokken bij de Voedselbank Waalre. Elke week zijn er zo’n 30 gezinnen ,(ongeveer 80 personen) die aan een extra voedselpakket moeten worden geholpen. Het is inspirerend hoe mijn collega’s en het bestuur er elke week in slagen een grote aanvulling op de wekelijkse boodschappen te kunnen bieden. Daarnaast is er een jaarlijks uitstapje voor de kinderen naar Toverland en gratis speelgoed uitzoeken voor de kerst en Sinterklaas. Wij organiseren winkelacties bij supermarkten om extra voedingsmiddelen in te zamelen en staan op de basisschool om kinderen en ouders te betrekken bij de activiteiten van de voedselbank. Als het mee zit verstrekken wij ook nog extra kledingbonnen voor aankopen bij C&A. De uitdeling is mogelijk in een zaal van de Agnus Dei kerk die deze ruimte om niet aan ons ter beschikking stelt en ons op allerlei wijze daarbij ondersteunt. De gemeente Waalre maakt gebruik van de uitdeling om via een medewerker van het CMD gesprekken met cliënten te kunnen voeren. Omdat wij grote aantallen voedselproducten inzamelen en niet alles gelijktijdig kunnen uitdelen moeten we gebruik maken van een opslag in Waalre dorp waar de gemeente Waalre ons een jaarlijkse huur van 4900 euro voor rekent.
Als je al deze inspanningen overziet dan is het triest dat er nog zoveel gezinnen zijn in Waalre die onder de ”armoede” grens vallen en deze ondersteuning nodig hebben. Als Pvda – er zou je wensen dat de overheid een zodanige uitkering zou verstrekken dat voedselbanken niet meer nodig zouden hoeven zijn. Een goed arbeidsbeleid en royale hulp bij schuldsanering zou wat soelaas kunnen bieden. Wrange verbetering is er deze week als er bericht komt dat de gemeente na lang aandringen een jaarlijkse subsidie gaat verstrekken van 5000 euro. Het sociale onrecht wordt er niet mee opgeheven en eigenlijk nog eens extra geïnstitutionaliseerd.
De tweede taak van de Voedselbank is om voedselverspilling tegen te gaan. Dankzij de bijdragen van supermarkten en groothandel is er een groot aanbod van houdbare producten en de plaatselijke winkeliers doen daar vaak nog een schepje bovenop. Toch blijft ook hier de vraag of de Voedselbank niet gebruikt wordt om de grootscheepse campagnes die supermarkten in de concurrentieslag met elkaar voeren van een schaamlap te voorzien. Het aanbod van vleesproducten, zuivel, frisdranken, brood en koekjes en snoepgoed is overweldigend en het kost veel moeite om alle aangeboden goederen uitgedeeld te krijgen. De voedingsmiddelenbranche heeft blijkbaar nog steeds grote moeite om in te spelen op de wens van de consumenten naar minder vlees en suikerwaren en als er dan overschotten zijn kan het altijd nog gedumpt worden bij de zwakste groepen in onze samenleving. Het wekelijkse overschot aan brood en bederfelijke produkten is zodanig dat allerlei kunstgrepen moeten worden uitgehaald om te voorkomen dat het wordt weggegooid. Ondertussen gaat de overheid maar door met de halfslachtige pogingen om tot convenanten te komen met de voedingsmiddelenbranche en zijn ze niet in staat om de schaalvergroting van de landbouw een halt toe te roepen.
Ik vind het elke week weer moeilijk om deze zaken onder ogen te moeten zien maar tegelijkertijd realiseer ik me dat wij ouders en kinderen een ondersteuning kunnen bieden die voorkomt dat groepen in de samenleving afglijden naar een troosteloos bestaan. De oprechte dankbaarheid van deze mensen geeft mij zoveel energie dat ik de sombere gedachten opzij kan zetten en de sociaal democratische solidariteit in praktijk kan brengen.