.Ik mag een stukje schrijven voor de PvdA Regio. Na de krabbels voor de PvdA Nuenen, voorwaar een hele eer, een vertienvoudigde lezerskring.
Er moet ‘Opinie’ boven staan, zo is mij gezegd.
Nu zijn er in onze taal maar weinig woorden die zoveel betekenissen hebben als het woord opinie.
Ik kies voor ‘opvatting,’ dat lijkt mij beter dan het wat pedant klinkende, inzicht, overtuiging of oordeel.
Wat is dan mijn opvatting over onze PvdA?
Een goede vriend die nog altijd CDA stemt, zijn vader was dominee, verwijt mij dat ik star ben als ik over mijn PvdA praat.
Waar vecht je nog voor,? is zijn vraag. Wij wonen in een van de rijkste landen ter wereld. Kijk toch eens om je heen en zie hoe goed het met ons gaat.
Mijn starheid wordt bewust bevestigd door mijn antwoord: ‘Ik zie onrecht en daar wens ik tegen te blijven vechten.’
Wel voel ik ook schaamte als ik vast moet stellen dat onze boodschap zo slecht over komt. Wij hebben de boot gemist doordat wij de taal van het volk niet meer spreken en nog minder verstaan.
Dat geldt evenzeer voor andere partijen, maar velen van hen vullen die lacune met loze kreten.
Die jonge knul komt naast mij op een bankje in het park zitten en bietst een sigaret. Het gesprek komt op politiek en ik vraag hem hoeveel politieke partijen hij in ons land kan benoemen. Hij komt tot drie en noemt de PVV als eerste. Als ik vraag wat de letters PVV betekenen blijft hij mij het antwoord schuldig.
‘Waar staan jullie dan voor?’ daagt hij mij wat geïrriteerd uit. Halverwege mijn antwoord, het peukje van de sigaret heeft hij al weggeschoten, staat hij op en zegt: ‘Zet het maar op Facebook dan zal ik het wel ‘liken.’
Ik schoot tekort doordat ik met oude ogen naar een jong probleem keek.
Mijn opvatting is dat de PvdA de enige partij is die, zonder een verborgen agenda, realistische plannen heeft om alle mensen in de samenleving de kans te geven op een waardevol bestaan. Ik vestig mijn hoop op Lodewijk Asscher, die vanuit de oppositie klare taal zal spreken op duidelijke punten, zoals hij dat nu al doet in zijn brief over wijkverpleging.
Wellicht tot een volgende keer.
Krabbelaar.
Thijs Groot.
Nuenen